Zondagen

Rome was niet direct filmachtig geweldig. De stad is prachtig maar tegelijkertijd smerig, druk, chaotisch en moeilijk om van te houden. Waar ik echter wel direct verliefd op werd waren de zondagen.

Op de zondagochtenden is het erg rustig op straat. Iedereen slaapt uit, op de -op loafers het leven trotserende- zestigplus mannen na, die de krant halen. Rond een uur of tien zie je de keurig gekapte dames met dikke beentjes op lakschoenen hun mini honden uitlaten.

Ook zie je veel mensen een kleurig ingepakt pakket vasthouden. Ik vroeg me af wat erin zat tot ik bij de Siciliaanse pasticceria terechtkwam. Daar zag ik reusachtige gouden kartonnen schalen gevuld worden met mignon, oftewel kleine taartjes: slagroomsoesjes, vruchtentaartjes, cakejes, mini baba’s met rum, kleine cannolo’s, zeppole, zachte chocoladeballetjes en een soort mini eclairs gevuld met ricotta. Uiteraard werden ze ingepakt in knalblauw papier met gouden strik. Voor de schoonouders. Je vraagt je misschien af waarom ik alle mignon ken, of misschien niet maar dan vertel ik het toch. Ik heb ze in allemaal geproefd. Allemaal ja. Dit terwijl er altijd (misschien is dit iets Siciliaans) wild met kopjes werd gegooid en ‘’UN CAPPUCCO PER LA RAGAZZA’’ werd geschreeuwd. Ook als het rustig was deden ze daar altijd alsof het ontzettend druk was. De mini eclair met ricotta en een geconfijt stukje sinaasappel kwam, en bleef, op één.

Op mooie dagen zijn de terrassen van trattoria’s en osteria’s rond lunchtijd bomvol. Iedereen zit in de zon te eten, te drinken en te kletsen. Mensen drinken om twaalf uur al alcohol met gefrituurde baccalà of supplì. Vrienden, kennissen en familie lijken elkaar allemaal op te zoeken. Kinderen, oma’s, honden, alles erop en eraan. Rond het middaguur is het dan ook vreemd rustig op de weg omdat iedereen aan het eten is.

De leukste plek voor de zondagslunch buiten de deur in Rome is wat mij betreft Sora Margherita. Daar zit je op een pleintje met een kleine fontein tussen de typerende oranje huizen. Ze serveren er ze de lekkerste gefrituurde artisjok van Rome, zeer smaakvolle mozzarella, ham, dagelijks wisselende pasta’s en puntarelle. Puntarelle zijn een soort lichtgroene sprietachtige bittere bladgroenten die worden geweekt in ijswater om ze wat zachter te maken. Je eet ze als een salade met een ansjovisdressing.

Dat zondag hier zo’n familiedag is kan ook lastig zijn. Het kijken ernaar kan de ietwat stekende leegte blootleggen die je pas leert kennen als iedereen waarvan je houdt ergens anders is dan waar jij bent. Ik noem het de zondagblues. Maar na een ochtendprogramma met minimaal drie mignon, een lunch in de zon (en de verlossende gedachte dat ik voorlopig nog niks met huilende kinderen, wild blaffende honden en veeleisende grootmoeders hoef) en een belletje met mijn moeder is zo’n zondag in Rome nauwelijks nog blauw te noemen.  

 

Previous
Previous

Warm Welkom

Next
Next

Minne di Sant’ Agatha